Er is namelijk een grote samenhang tussen de stikstofproblematiek en het in 2017 door Noord-Brabant ingezette traject ‘versnelling transitie duurzame veehouderij’. Gelet op die samenhang vinden we dat er meer tijd geboden moet worden zodat iedereen – de provincie zelf even goed als ondernemers en andere betrokkenen – de juiste keuzes kan maken.
Concreet roepen we onze partijgenoten in PS op om:
1) zowel de datum voor het indienen van een ontvankelijke aanvraag voor omgevingsvergunning (was 1 januari 2020, GS stellen nu voor dit naar 1 april 2020 te verschuiven) als de datum voor de implementatie van de maatregelen (1 januari 2022) substantieel uit te stellen; hierdoor krijgen zowel agrariërs die door willen als potentiële stoppers een reële mogelijkheid om een afweging te maken wat te doen met hun bedrijf; nu kunnen ze die afweging in feite niet maken omdat er simpelweg nog veel te veel onduidelijkheid en onzekerheid is;
2) de regels voor Noord-Brabant niet onnodig te laten afwijken van die in de overige provincies;
3) de regels voor intern en extern salderen (zie GS-besluit 8 oktober 2019) zodanig aan te passen dat 1e het voor (potentiële) stoppers wél aantrekkelijk wordt om ‘stikstofruimte in te leveren’ én 2e dat deze ruimte wél – na een beperkte afroming – beschikbaar komt voor andere agrariërs, bedrijven en cruciale projecten op het gebied van infrastructuur en woningbouw (bouwen, bouwen, bouwen!) in onze provincie die nu op slot zitten.
We hebben aangegeven dat Brabant hiermee recht doen aan de uitgangspunten ‘gebiedsgericht’ en ‘maatwerk’ en zou aansluiten bij de koers die door de Commissie-Remkes en het kabinet is uitgezet. Bovendien past dit ook uitstekend bij de lijn van de landelijke VVD onder het motto: 'De stikstofcrisis gaan we samen oplossen'.
Hopelijk helpt dit signaal, met vele andere, tot een afgewogen besluitvorming op 25 oktober.